Nieuwsflits DierenPerspectief  Februari 2021

REDACTIONEEL

Pandemieën zijn nog steeds actueel en zullen naar verwachting actueel blijven als er geen einde komt aan onze intensieve wijze van vee houden én niet te vergeten aan onze huidige levensstijl. Discussies over hoe immuniteit op te bouwen en wel of niet vaccineren zijn eveneens hot items.

In de vorige Nieuwsflits hebben we al aandacht besteed aan het coronavirus in relatie tot intensieve veehouderij. Te grote concentraties van landbouwhuisdieren, hygiënische omstandigheden en mondiale transporten van veevoer en dieren zijn mede debet aan de snelle verspreiding van virussen.

Steeds vaker zijn virusziekten overdraagbaar van dier op mens (vogelgriep) of omgekeerd zoals bij het Covid-virus. Dit laatste heeft in Nederland recent geleid tot een vervroegd verbod op nertsenhouderij. Wanneer de wil er is blijkt sneller stoppen ineens wel haalbaar.

De vogelgriep, ook een door virussen veroorzaakte zoönose en pandemie, is een jaarlijks terugkerend fenomeen aan het worden, met als gevolg dat er ook deze winter weer een ophokplicht is voor pluimvee. Buiten scharrelen is taboe (preventiemaatregel ter voorkoming van virusoverdracht via watervogels), maar tot vaccinatie wordt niet overgegaan terwijl er wel een vaccin is. In tegenstelling tot de corona-aanpak, waar alle troeven gezet worden op vaccineren, is dat bij de vogelgriep niet het geval. Daar leeft de overtuiging dat de mutaties van het virus waarschijnlijk sneller gaan dan het opbouwen van immuniteit middels massaal inenten met een vaccin. Daarbij speelt de vraag of de ontwikkelde vaccins ook voor die varianten werkzaam zijn en voor hoe lang. Natuurlijke immuniteit ontwikkelen is (op termijn) immers van belang voor het behoud van een sterke soort. Maar hoe zit dat dan precies? Marieke de Vrij geeft in deze Nieuwsflits nieuwe inzichten vrij voor kippen.

Van een andere orde is de relatie tussen antibiotica en immuniteit. Infecties en ziekten worden niet alleen veroorzaakt door virussen, ook door bacteriën of een combinatie van bacteriën en virussen, zoals bij longontsteking vaak het geval is.

Het gebruik van antibiotica remt of doodt de groei van de bacteriën, zodat het afweersysteem de tijd krijgt om de infectie op te ruimen. Door grootschalig en onzorgvuldig gebruik van antibiotica neemt het risico op resistente bacteriën toe. Vanaf 2010 zijn er overheidsmaatregelen om overmatig gebruik in de veehouderij te stoppen. Het gebruik is daardoor de afgelopen 10 jaar met 70% gedaald (positief nieuws!), behalve in de kalverhouderijen. In deze Nieuwsflits gaan we nader in op hoe dat komt en welke drastische veranderingen nodig zijn.

Verder is er aandacht voor een themanummer over het levenseinde van huisdieren en ons scholingsaanbod. Marieke gaat op 25 maart online.

Vogelgriep

Al vele jaren worden pluimveehouderijen in de winterperiode geconfronteerd met vogelgriep (Aviaire Influenza). Meestal betreft het minder gevaarlijke -laag pathogene- varianten die niet dodelijk zijn. Toch worden alle besmette bedrijven uit angst voor verspreiding geruimd en wordt er een vervoersverbod van kracht. Begin januari 2021 -dit winterseizoen- betrof het al 10 bedrijven in Nederland, kalkoen-, eenden-, vleeskuiken-, leghennen-en hobbypluimveehouderijen’ In totaal zijn meer dan een half miljoen gezonde dieren preventief gedood. Marieke de Vrij heeft eerder al vrijgegeven dat het massaal doden van gezonde dieren die geen besef hebben van wat er gaande is een behoorlijke impact heeft op het etherveld.

Preventiemaatregelen van de overheid -monitoring door het regelmatig testen op de aanwezigheid van vogelgriep en nadruk op bedrijfshygiëne- hebben de afgelopen jaren de vogelgriepuitbraken niet kunnen stoppen. Bovendien ontstaan er telkens nieuwe varianten die schadelijker en dodelijker kunnen zijn.

Verspreiding van het vogelgriepvirus vindt hoofdzakelijk plaats door trekvogels die het virus over grote afstanden verspreiden. Een lockdown voor deze vogels is geen optie. Vandaar dat gekozen wordt voor een landelijke ophokplicht. Pluimveehouders en houders van hobbydieren moeten hun dieren maanden achtereen binnen houden. Beperking van de (buiten)leefruimte heeft uiteraard invloed op het welzijn van het pluimvee. Een kip wil bijvoorbeeld graag buiten scharrelen, een zandbad nemen, vitaminen opnemen middels een zonnebad en ruimte om zich af te zonderen of op zichzelf te zijn.

Vaccins zijn er wel, maar vaccineren is praktisch onhaalbaar. Dat betekent dat er in 2 weken tijd 100 miljoen kippen twee keer gevaccineerd moeten worden. Vaak verspreid het virus zich sneller dan de dieren bescherming opbouwen. Bovendien is het de vraag of de ontwikkelde vaccins ook werkzaam zijn voor mutaties van het virus. De varianten worden aangeduid met een “H” en een “N” waarde, waarvan er jaarlijks bijkomen. Het zou zelfs mogelijk zijn dat vaccineren leidt tot snellere mutaties en gevaarlijkere (hoog pathogene) varianten. Er zijn bij de vogelgriep al varianten die ook voor mensen dodelijk zijn.

Vanuit economische belangen -het merendeel van de pluimveehouderijproducten wordt geëxporteerd-, is nog niet overgegaan op grootschalige vaccinatie. De angst is aanwezig dat er voor de pluimvee-industrie veel schade ontstaat door exportbeperkingen van landen die geen gevaccineerde pluimveeproducten accepteren. Afnemers zijn bang dat er, ondanks vaccinatie, toch onopgemerkt virussen aanwezig zijn. Vaccineren wordt gezien als een kortetermijnmaatregel die niet bijdraagt aan het opbouwen van een natuurlijke groepsimmuniteit. Voor de ontwikkeling van sterke rassen en een goede basisgezondheid voor de langere termijn is groepsimmuniteit van belang. Pas wanneer een dier de ziekte doorleeft wordt het sterker en op een natuurlijke wijze immuun.

Marieke de Vrij heeft recent nieuwe informatie vrijgegeven over ‘Vaccineren tegen de vogelgriep’.

Steeds meer onderzoekers onderkennen dat de bedrijfsgrootte en de enorme aantallen dieren die gehouden worden een grote invloed hebben op het ontstaan van pandemieën. Deze intensief gehouden dieren zijn namelijk gastheren voor virussen. Hoe meer dieren per vierkant meter, hoe groter de infectiedruk. Dit pleit voor meer kleinschalige en meer verspreide pluimveehouderijen, voldoende ver verwijderd van gebieden met veel watervogels. Het pleit tevens voor kringloopbedrijven en korte ketens, waar veevoer verbouwd wordt in de eigen regio in plaats van het te importeren uit andere continenten, dat de verspreiding van virussen en andere ziektekiemen als risico met zich meebrengt.

Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn en het verspreidingsrisico dienen transporten van levende have zowel in het begin van de keten (kuikentransporten) als het einde van de keten (transport naar de slachterij) beperkt te blijven. Deze transporten veroorzaken stress en verminderen de natuurlijke immuniteit als gevolg van die stress.

Kortom, de vogelgriep dwingt ons na te denken over hoe met pluimvee om te gaan, welke bedrijfstypen en omvang nog acceptabel is en of we ons dienen te beperken tot zelfvoorziening in plaats van grootschalige export.

Verdiepingsbijeenkomst dier-mens relaties

Op donderdag 25 maart organiseren we een online-bijeenkomst met Marieke de Vrij over het belang van dieren voor mensen. Aan bod komen vragen over de intrinsieke waarde van dieren en het behoud van hun integriteit, op welke wijze ze ons verrijken met kennis over het eigen zelf en hoe we ons op een dieper niveau kunnen verbinden met de dierenrijken.

Verbod op nertsenhouderij

Drie jaar eerder dan gepland is er begin januari 2021 door de corona uitbraak van 2020 een eind gekomen aan de nertsenhouderij in Nederland. Het Covid-19 virus bleek namelijk ook via nertsen overdraagbaar op andere dieren en op mensen. Sinds december 2020 staan alle nertsenbedrijven leeg. De dieren op besmette bedrijven zijn massaal geruimd en op de niet-besmette bedrijven zijn de nertsen gepelsd (ontdaan van hun vacht). Nertsenhouders worden financieel gecompenseerd. Wanneer de volksgezondheid in het geding is wordt er snel gehandeld en valt er wel financiële compensatie te regelen voor de bedrijven. Voor een verbod op nertsenhouderij op basis van dierenwelzijnsaspecten van de nertsen waren vele decennia nodig. De hokruimte op nertsenhouderijen is vanuit dierenwelzijnsoogpunt veel te krap en ongeschikt voor hun natuurlijke levenswijze en levensbehoeften.  

Een wereldwijd verbod op het houden van pelsdieren is nog niet in zicht, maar door bewust inkopen doen en het massaal weigeren van producten waarin pelzen of bont verwerkt zijn, kun je ook zonder verbod deze dieronwaardige praktijken stoppen.

Dierenleed in de kalverindustrie                                                                  

Van alle kalveren die op een melkveebedrijf geboren worden, is ongeveer 70 procent niet van nut voor de melkproductie. De overtollige kalveren worden in 6 tot 12 maanden vetgemest om blank of rosé kalfsvlees te worden. Nederland is de grootste kalfsvleesproducent van Europa. Jaarlijks worden er in ons land zo’n 1,5 miljoen kalveren geslacht. Zo’n 800.000 van deze kalveren, meer dan de helft, komen op jonge leeftijd uit het buitenland.                                                                                                                                      

Kalveren bestemd voor de kalverhouderij worden op de leeftijd van veertien dagen opgehaald en met honderden soortgenoten – afkomstig van talloze bedrijven – bijeengebracht op verzamelplaatsen. Van daar worden ze samen met andere kalveren op transport gezet naar de vleeskalverbedrijven. De verzamelplaatsen, de vrachtwagens vol dieren en de bedrijven waar ze terechtkomen, zijn broedplaatsen voor infectieziekten. Omdat de kalveren een veelheid aan ziekteverwekkers bij zich dragen, infecteren ze elkaar gemakkelijk. Eenmaal bij de kalvermester leven de kalveren op kale, natte vloeren. Dit maakt hen extra gevoelig voor stof, hoge luchtvochtigheid, ammoniak, tocht en gebrek aan ventilatie in de stallen. Door dit alles zijn ze enorm vatbaar voor infecties zoals diarree en luchtwegaandoeningen. Meestal worden die bestreden met antibiotica, met als gevolg dat het ontwikkelen van een natuurlijk afweersysteem geremd wordt en risico op het doorbreken van resistentie toe neemt. Organisatie Dier & Recht heeft recent een onderzoeksrapport gepresenteerd onder de titel ‘Veel antibiotica, weinig welzijn in de kalverhouderij’. LEES MEER

Marieke de vrij heeft herhaaldelijk doorgegeven dat het vroegtijdig weghalen van een kalf bij een moerderkoe bij beiden leidt tot welzijnsproblemen en ernstige trauma’s van langdurige aard. Voor kalveren is het van groot belang dat ze de eerste dag volop biestmelk krijgen voor het opbouwen van immuniteit tegen infectieziekten. Als ze niet direct bij de koe drinken krijgen ze onnodig veel ziektekiemen binnen en onvoldoende antistoffen. Het is dus van groot belang kalveren langer bij de koe te houden en langer op hetzelfde bedrijf.  Door het transporteren van kalveren, soms over afstanden van meer dan 1000 km, en het samenkomen op grote verzamelpunten wordt het welzijn van de kalveren ernstig aangetast en neemt de gevoeligheid voor infecties toe.                                                                              

Slechte huisvesting, gebrek aan individuele zorg en het kunstmatig beperken van ijzer in hun voeding hebben ook invloed. Om klafsvlees ‘blank’ te houden krijgen de kalveren een dieet dat lichte bloedarmoede geeft. Aangezien ijzer ook een rol speelt in de aanmaak van afweerstoffen wordt de weerstand van de kalveren op kunstmatige wijze negatief beïnvloed. Kortom de hoogste tijd voor aanpak van deze onwenselijke situatie. Dier & Recht heeft een brandbrief opgesteld voor de minister. Lees meer en teken de brandbrief

Levenseinde van huisdieren

Onlosmakelijk verbonden met het hebben van huisdieren is het op een bepaald moment afscheid moeten nemen van deze dieren. Veel eigenaren zien hun huisdier als een volwaardig gezinslid en afscheid nemen gaat daardoor gepaard met veel verdriet. Het bepalen van het moment dat een huisdier niet meer waardig verder kan leven, is een van de moeilijkste dingen voor een eigenaar en ook voor dierenartsen en paraveterinairen. Vaak wordt te snel gekozen voor euthanasie, omdat het aanzien van een stervend dier voor de eigenaar moeilijk te verdragen is of te veel inspanning vraagt. Een natuurlijk sterven is nastrevenswaardig, maar soms zijn er situaties dat het lijden voor een dier ondraaglijk is.  

Vragenlijsten over levenskwaliteit kunnen een belangrijke rol spelen bij het nemen van de juiste beslissingen. Dierenarts Hugo van Duijn heeft een praktisch boekje geschreven onder de titel “Zijn we niet te vroeg?”.

Het Diergeneeskundig Memorandum heeft recent een themanummer uitgegeven over het levenseinde van huisdieren. Aan bod komen o.a. de hoofdstukken Dode dieren en mensenverdriet, Objectief bepalen van levenskwaliteit bij dieren, Bepalen van het juiste moment van euthanasie en de mogelijkheden, Bestemming van het lichaam van het overleden dier, Dierenuitvaarten en trends, Fases van rouw en hoe die eruit kunnen zien als een huisdier sterft en een Algehele levenskwaliteitbeoordelingstool. De publicatie is te bestellen.

Systemische dieropstellingen

Dieren zijn van grote betekenis voor mensen. Ze voorzien in menselijke behoeften, zoals voedsel en sociaal-emotionele steun, helpen kinderen bij hun emotionele en cognitieve ontwikkeling (versterken zelfvertrouwen en eigenwaarden), geven geestelijke steun, o.a. bij eenzaamheid en rouw, spiegelen karaktereigenschappen en gedragskenmerken van mensen en onthullen in therapiesessies onbewuste effecten van mens-dier relaties. De meeste huisdieren voelen haarfijn aan wat mensen nodig hebben en hoe ze van betekenis kunnen zijn, maar zijn ook meegaand in het vervullen van menselijke wensen. Het ‘overvragen’ van een dier zal echter leiden tot welzijnsproblemen bij zowel dier als mens. Een dieropstelling is een werkwijze om de samenhang tussen mens-dier relaties en de dynamiek tussen dier en omgeving inzichtelijker te maken. Opstellingen maken ook duidelijk wanneer menselijke eigenschappen aan dieren toegedicht worden. Tevens openbaren ze gedragsalternatieven ten aanzien van de omgang met dieren.

Op 20 maart a.s. staat de eerstvolgende bijeenkomst gepland in Doorn

Deel dit!

Deel dit bericht met geïnteresseerden