Het recht op een natuurlijke leefwijzen in verbondenheid met het natuurlijk dag- en nachtritme en de kosmische cycli van de seizoenen.

Veel dieren leven niet meer buiten in een natuurlijke omgeving. In steeds meer stallen ontbreken ramen en neemt de kunstmatige verlichting de taak van de natuur over. Miljoenen dieren, voornamelijk varkens en kippen, verblijven dag en nacht in hokken en stallen waarin normaal daglicht niet tot minimaal aanwezig is. Het kunstlicht wordt in één keer aan gedaan en gedoofd, zodat er geen natuurlijke overgang is met een schemerfase. In de nieuwe alternatieve systemen voor leghennen is goede verlichting een van de manieren om pikkerij en kannibalisme onder controle te houden. Een gelijke lichtverdeling wordt daarbij ingezet voor het beperken van het aantal buitennesteieren, terwijl de behoeften van een legkip juist een rustig donker plekje is om haar ei te leggen.

Cycli van licht en duisternis

Marieke de Vrij: “De cycli van daglicht en duisternis zijn heel vriendelijk voor de ogen. De ogen krijgen zo de tijd om te wennen aan lichtervaring, maar ook om tot rust te komen wanneer licht ontbreekt. Zelfs wanneer de ogen dicht zijn, prikkelt licht nog steeds indirect de oogzenuw. Echte duisternis is rustgevender dan gesloten ogen bij licht. Zoals dit voor mensen geldt, geldt dit ook voor dieren die leven met de kosmische cycli van licht en duisternis. Ondanks dat, zijn er ook dieren die minder lichtgevoelig reageren, zoals dieren die onderwater en diep in de ondergrond leven. Anderzijds zijn er ook dieren die buitengewoon veel licht kunnen verdragen in relatie tot andere diersoorten die wel het gewone daglicht -bijvoorbeeld hier in Nederland- kunnen verdragen maar niet langdurig het felle licht zoals dat in de woestijn voorkomt. Wanneer de kosmische cyclus ontbreekt bij dieren die er wel mee te maken hebben gehad in hun natuurlijke staat van zijn, dan verandert er iets in het dier zelf. Ze worden gevoeliger om informatie op te nemen, omdat ze het bij te weinig daglicht van andere impulsen moeten hebben dan door te kijken en te zien wat er gaande is. Hun sensitiviteit in aanvoelingsvermogen vergroot omdat het waarnemingsveld (in fysieke zin van letterlijk waarnemen) verandert. Het vergroot daardoor ook de kregeligheid onderling. Bij daglichttekort is er sprake van een toename van kregeligheid, omdat het dier steeds meer voelt en ervaart zonder dat het er de letterlijke waarnemer van is. Het begrijpen moet steeds zintuiglijker plaatsvinden en niet middels de ogen. Het dier mist bijvoorbeeld volgordelijkheid in waarneming van gedrag. Het heeft wel met de uitkomsten te maken, dat het ongenoeglijke geluiden hoort of verschuivingen en verplaatsing van andere dieren, maar de reden daarvan kent het niet altijd. Ook genereert te weinig lichtervaring sneller vermoeidheid en lusteloosheid. Dieren worden stiller en minder beweeglijk. Daar Inspiraties van Marieke de Vrij © 2 is het de boer om te doen, maar dit is wel heel dier-ongewoon. Dieren raken beproefd aan tekort aan lichtcontact. Ze zullen zich dan ogenschijnlijk gaan aanpassen door zich bedeesder te houden, omdat ze minder op hun waarnemen kunnen vertrouwen. Dit geldt ook voor lopen, want als het dier minder goed kan zien, loopt het minder. Als hij minder zeker weet waarom een geluid wordt afgegeven, gaat hij er minder snel op reageren. Het woord bedeesd is hiervoor het meest passende woord. Tegelijkertijd voelt het dier zelf zich onbekwamer worden in uitdrukkingskracht. In zijn herinneringsveld zou hij tot meer in staat moeten zijn met wat hij kan. De dieren hebben een geschiedenis in de generatieopbouw waar ze uit voortkomen en dat is niet meteen verstild en niet aanwezig bij dieren die andersoortig leven. In hun herinneringsspoor is er nog een onbewust bewuster weten hoe het dier zou dienen te zijn en dat botst.”

Huisvesting zonder daglicht

Wat gebeurt er nog meer met een dier dat buitengewoon veel in een schemeromgeving gehouden wordt of in het geheel geen licht herkennen kan gedurende grote delen van de dag of dat het een te lange nacht meemaakt? Marieke de Vrij: “Ze worden ongehoorzamer naar elkaar toe, omdat het zelf leven secuurder door henzelf belicht wenst te worden en waardoor ze minder aandachtig naar andere dieren zijn. Als ze teveel in duisternis of in de schemer zitten worden ze minder gevoelig, ook in sociaal gedrag naar de andere dieren. Dat is de reden waarom bij kippen de snavels geknipt worden. Door lichtinbreng in kippenstallen wordt dit fenomeen opgeroepen. Voor varkens geldt hetzelfde verhaal bij het tegengaan van agressie. Het heeft te maken met dat zij door de schemer op zichzelf worden teruggeworpen en minder gevoelig zijn voor de ander. Ze kunnen niet hebben dat die ander dichtbij komt. Huisvesting op betonnen vloeren die onnatuurlijk zijn, versterkt dat. Ze worden dan apathisch. Het terugbrengen van een op de seizoenen afgestemd lichtschema binnen stallen is zeer belangrijk en vooral om de lichtgetintheid ook een natuurlijke getintheid te geven: kleuren die zoveel mogelijk de kleur van het daglicht evenaren en ook echte schemeren nachtkleuren. Ook de nacht heeft door de maan een variatie in licht. Het dier reageert in feite heel seizoensgebonden en daar ontkomt het niet aan. We ontnemen ze dat ze reageren op de seizoensgebonden cycli en dat roept heel veel naargeestigheid op in het dier zelf. Dieren die niet in contact staan met de kosmische cycli bevallen steeds moeilijker van hun nazaten. Daar heeft het ook effect op. Ontsluitingsweeën en het bevallingsritme worden al aangestuurd in alle maanden voorafgaand aan de bevalling, door de cycli waaraan ze blootstaan.”

Invloed van licht op het welzijn van kippen

In kippenstallen wordt extra verlichting toegepast om de kippen ook in de donkere perioden van het jaar aan de leg te houden. Dat is onnatuurlijk gedrag, want vanouds hebben ze de legperiode in het voorjaar en de zomer. Ze zijn wel tot in zekere mate gedomesticeerd en er aan gewend geraakt. Vraag: In hoeverre zijn ze er echt aan gewend geraakt als het gaat om dierenwelzijn. Mag je dus ook door toedienen van licht in herfst en winter ze wat langer laten leggen of is dit vanuit dierenwelzijn bezien uit den boze? In juni bijvoorbeeld is het van ’s ochtends vijf tot ’s avonds elf uur licht, dan hebben ze relatief een lange dagperiode en een korte nachtperiode. In november is het helemaal andersom. De vraag is ook: stel dat je het in november zou verlengen tot bijvoorbeeld van 7.00 ’s ochtends en 20.00uur ’s avonds? Inspiraties van Marieke de Vrij © 3 Marieke de Vrij: “Kippen houden van luidruchtig samenzijn, dat vinden ze genoeglijk en daar draait het om en bij een tekort aan licht wordt de sociale rangorde aangetast en ook hun vitaliteitstreven raakt in ongebruik en lijden ze aan ongenoegzaamheid. Dat is wat ze psychologisch uitstaan. Bij een teveel aan lichtinbreng voelen ze zich opgemonterd, veelbezet en uiteindelijk overstresst, omdat bij een teveel aan lichtinbreng het gemoed onrustig wordt. Door een teveel van die lichtintentie blijven ze zichzelf aanwakkeren om beschikbaar te blijven voor wat het dagritme vraagt en dat maakt dat hun energie als het ware langzaam opraakt als het licht aanblijft. De kippen zijn dan teveel doende, te sociaal actief, te beweeglijk en dat geeft onpasselijkheid daarna. Ook het broedsel en de eieren die afgeleverd worden door de voortduring van de lichtintensiteit hebben een minder vitaal karakter dan wanneer dat samenloopt met de kosmische cyclus. Na zo’n zomercyclus zijn de kippen ‘moegedraaid’. Wanneer de normale cyclus minder licht geeft voelen ze dat ook als een bekwaamheid om meer tot rust te komen. Een verlenging van licht qua tijdsduur per dag in de maanden die donkerder worden, zet aan tot het wel willen volhouden van ‘doenerig gedoe’, maar kunnen ze er uiteindelijk aan bezwijken. Dat merken we tegenwoordig vaak niet meer omdat ze niet oud worden. Om het heel concreet te maken, uitrekking van tijd waarin meer licht dan natuurlijk aan kippen gegeven wordt, houdt de kip druk doende en veelbezet. Het prettige voor de kip om zo drukbezet en actief te zijn, raakt gaandeweg op. Uitputting is het gevolg en vervolgens een desolate kijk op het leven zelf. Dat is de kortste samenvatting.”

Invloed van duisternis op het welzijn van varkens

Bij varkens speelt nog iets anders. Varkens hebben een snuffelwoede en dat voelt extra behaaglijk aan wanneer daglicht op hun rug schijnt. Daglicht is dus voor hen ook behulpzaam in het bevredigen van behoeften met hun hoogsensitieve snuit. Wanneer het ruggedeelte geen licht ontvangt en steeds maar in schemer of duisternis gehuld is, dan voelt het varken zich onbekwaam om werkelijk langdurig helemaal vanuit zijn gevoel zelf te leven. In de stallen waarin ze gehouden worden kan het snuffelen minimaal tot niet plaatsvinden. Voor een harde betonvloer lopen ze niet warm. Je ziet dan ook dat heel veel varkens buitengewoon moe zijn, moedeloos en vervolgens ook het pretgrage dat ze willen beleven niet ontmoeten. Het zijn heel intelligente dieren, veel intelligenter dan honden. Als je naar dierenwelzijn kijkt dan weet je hoe dun het vliesje van onze beschaving ervoor staat. Sommige mensen vergelijken het ook wel met concentratiekampen, en dat mag je officieel niet zeggen, maar voor het dier voelt het wel zo.

Inspiraties van Marieke de Vrij Bewerkt door Wim van Oort September 2014

Deel dit!

Deel dit bericht met geïnteresseerden