Lezersvraag 

“Mijn oudere kippen en hanen, die de twintig jaar al gepasseerd zijn, zonderen zich af en trekken zich terug. Wat is er nodig om ze in harmonie te laten samenwonen in dezelfde leefruimte met jongere kippen?”
Marieke de Vrij kijkt mee om te ontdekken wat deze groep nodig heeft, in het belang van de oudere dieren én voor de diersoort, zodat het collectief bewustzijn van de kip nog weet blijft houden van dieren van het eigen ras in ouderdom.

Antwoord van Marieke de Vrij
Allereerst zie ik dat ze moeite hebben om de grote groep bij te houden. Ze voelen zich vaak uitgesloten en vereenzelvigen zich daardoor met elkaar. Voor oudere dieren geldt dat ze te weinig gemeenschappelijk mee mogen doen vanuit een vanzelfsprekendheid. Er vindt geen bewuste uitnodiging plaats vanuit andere jongere dieren naar hen toe. Dat maakt dat ze zich wat afstandelijk zijn gaan gedragen naar hun jongere soortgenoten toe. Meer dan ze zelf lief is.
Oudere dieren hebben de behoefte om genoeglijk tegen elkaar aan te schuren. Het aangename gevoel dat dat geeft, maakt dat ze zich rondborstiger gaan gedragen. Hun verentooi is met de jaren steeds kwetsbaarder geworden. Het doet hen echter goed om vleiend streling te ervaren door schurende bewegingen tegen elkaar. Het is puur gedrag en heel specifiek voor oudere dieren. Jongere dieren zijn daar helemaal niet van gediend omdat het voor hen voelt alsof de ander zich teveel opdringt en dan gaan ze territorium gedrag vertonen.
Deze groep verdraagt geen gejaagdheid en ongedurigheid. Ze willen het gevoel krijgen dat ze in hun eigen tempo kunnen afdalen vanaf hun stok boven in het nachtverblijf naar de ren beneden. En ze willen zich ook gedeisd houden, waardoor het naar buiten treden een proces is wat traag verloopt. Ze kunnen zich heel korzelig voelen, een soort emotionele opstopping, wanneer de jongere dieren te dichtbij komen. Dat uiten ze naar de jongere garde, maar durven dat maar met een bepaalde rek te tonen, met name wanneer er onderling pikordegedrag gaande is. Als ze elkaar te fel bejegenen, geeft dat een soort onrust wat doorwerkt op hun gehoor. Qua gehoor kunnen ze minder drukte aan.
Wat ik zie is dat ze een soort zorgvuldige uitlijning naar elkaar toe hebben als oudere gemeenschap. In hun sociale beleving maken ze ruimte voor dieren die het moeilijker hebben dan zijzelf, waarbij ze concessies doen aan elkaar. Ze geven elkaar regelmatig voorrang als ze weten dat die ander door beperking minder kan. Hanen nemen daarbij het voortouw en zorgen dat ook de hennen die minder vlot zijn voer krijgen aangereikt of ruimte bij de voerbak. Vanuit het mannelijke oerprincipe wat in hen doorwerkt, bieden zij structuur, vormkracht, broederschap en’ toekomstbehoeding’ aan. Het bijzondere is dat bij de oudere kippen hun hele sociale invoelingsvermogen met de jaren is aangescherpt. En als een van hen zou ontvallen, dan zijn ze daar als groep verdrietig over.
Ik zie verder dat een aantal van deze oudere kippen het steeds ongemakkelijker vindt om naar beneden te fladderen. Het concrete verzoek is dat er een wat ruwere glijbaan komt, waar ze met hun beperkte kracht hun poten kunnen neerzetten zonder door te glijden. Het evenwichtig stappen en het maken van gelijkmatige pootbewegingen om een trapje af te gaan, is niet meer mogelijk. Ze hebben een ruwer oppervlak nodig om een langzame afloop te maken, zodat ze schuifelend kunnen bewegen. Het ene pootje beweegt anders dan het andere en het geeft ze meer houvast en minder onzekerheid als ze op deze manier naar buiten kunnen gaan. Met het ouder worden neemt het vermogen om vlot van de ene naar de andere stok te springen af, evenals de fladderbeweging.

Inspiraties van Marieke de Vrij (mei 2016), bewerkt door Piek Stor

Deel dit!

Deel dit bericht met geïnteresseerden