Koeien hebben van nature hoorns. Toch is de algemene zienswijze dat het onthoornen van koeien en kalveren hun welzijn bevordert. Het tegendeel is waar. Onthoornen tast de eigenheid en integriteit van het dier aan, zowel fysiek als gedragsmatig. Het komt tegemoet aan een veehouderij-systeem waar economische belangen zwaarder wegen dan dierenwelzijn; een systeem waarin dieren nauwelijks ruimte krijgen om zich te uiten. De effecten zijn veel verdergaand dan we ons realiseren en vragen een andere aanpak. Zelfs enkele veehouders zijn zich hier al van bewust.

Koeien onthoornen
Tot in de 70-er jaren hadden de meeste koeien nog hun karakteristieke hoorns. Door uitbreiding van de veestapel kwamen er meer koeien per leefoppervlak, met als gevolg dat onderlinge rivaliteit toenam en koeien zo nu en dan verwondingen opliepen bij onderlinge confrontaties. Dat was voor een aantal veehouders aanleiding om de hoorns preventief af te zagen met een draadzaag. Ook werd in die periode de traditionele grupstal, waar koeien in de winter hun vaste plek hebben, vervangen door een loopstal waar koeien dag en nacht vrij rondlopen en zelf een voerplek en rustplek uitkiezen. Als gevolg van fysieke confrontatie bij het instellen en in stand houden van de sociale rangorde en bij de competitie om voer- drink- en rustplekken ontstond er meer ernstig letsel. Dominante koeien hebben de gewoonte om ‘zwakkere stalgenoten’ op afstand te houden, vaak op hardhandige wijze door met hun hoorns tegen de uiers te stoten. Tevens bleven koeien met grote hoorns wel eens vastzitten in het voerhek. De voerhekken die worden gebruikt zijn meestal niet geschikt voor gehoornde dieren. Een nieuwe aanleiding om hoorns af te zagen. Een extra argument voor onthoornen van koeien is de veiligheid van de boer.
Koeienhoorns aan het eind inkorten kan vrij pijnloos gebeuren, maar dan blijven ze wel doorgroeien. Afzagen aan de basis voorkomt doorgroei, maar is zeer pijnlijk en gaat meestal gepaard met een spuitende bloeding. De meeste veehouders kiezen toch voor onthoornen omdat de dieren in grotere groepen ‘socialer’ gedrag vertonen en zowel elkaar als de veehouder minder verwondingen toebrengen. Onderzoek van de Animal Sciences Group in Wageningen (2007) wijst uit dat de uitwijkafstand bij onthoornde koeien aanzienlijk kleiner is. De koeien nemen dus minder persoonlijke ruimte in als zij geen hoorns hebben dan wanneer zij wel hoorns hebben. Voor de hedendaagse bedrijfsvoering is dit een voordeel.

Kalveren onthoornen
Na de geboorte van een kalf is de ‘beenpit’, ook ‘hoornpit’ genoemd, al te zien. Normaal gesproken groeien de hoorns vanaf het eerste jaar geleidelijk uit. Ter voorkoming van de eerder beschreven problemen, alsmede de pijnlijke en bloederige aanpak, wordt sindsdien bij veel kalveren kort na de geboorte de hoornpit standaard verwijderd. Dit is in Nederland toegestaan tot een leeftijd van 2 maanden. Behandeling vindt plaats via een thermocauter of brandijzer, na plaatselijke verdoving. De onthoorn-behandeling veroorzaakt stress en pijn. Direct waar te nemen pijnsignalen zijn het flapperen met de oren, schudden met de kop, schuren met de kop en minder eetlust. Andere gevolgen zijn een versnelde ademhaling en hartslag, meer stresshormonen in het bloed, een verhoogde pijngevoeligheid rondom de hoornpitten en minder groei.
Veehouders mogen hun kalveren zelf onthoornen, mits dit onder aanwijzing van de dierenarts gebeurt en nadat een dierenarts de kalveren heeft verdoofd. 80% van de veehouders doet aan pijnbestrijding na het onthoornen.

Het effect van onthoornen
Marieke de Vrij: “De hoorns zijn een wezenlijk onderdeel van een koe. Ze beschermen de zenuwuiteinden, die bijzonder fijngevoelig en ruim opgezet op het schedeldak liggen, in een heel andere constellatie dan wij als mens gevormd zijn. Wij hebben een schedel en daaronder bevinden zich de hersenen. Een koe heeft qua herseninhoud een veel plompere uitdrukkingsvorm; daar is de frequentiegevoeligheid van de hersenen anders afgestemd.

De zenuwuiteinden die onder de hoorns liggen, hebben een bijzonder fijnzinnige sensorische functie op het niveau van afstemming. De koe kan daarmee afstand bepalen en energetisch screenen. De hoorns geven de koe het vermogen om via een fijne sensorische gevoeligheid afgestemd te zijn op de omgeving waar zij zich bevindt.

De hoorn is dus de bescherming voor die zenuwen, zoals wij bijvoorbeeld nagels hebben ter bescherming van onze vingertoppen die ook heel gevoelig zijn. Het onthoornen staat dan in direct verband met het thema ‘levensremming’, omdat de hoorns de vitaliteit versterken via de sensorische zenuwuiteinden die eronder liggen. Wanneer die weggehaald worden, vermindert de vitaliteit van de koe. Zij gaat langzamer bewegen dan dat zij oorspronkelijk doet.

De tastzingevoeligheid over het hele lichaam van de koe neemt af. Ook de hoeven en andere plekken die gehoornd zijn, die normaal bescherming bieden aan fijnzintuiglijke zintuigen, lijden mee door het verlies van de hoorns en de afbraak die op de zenuwuiteinden plaatsgevonden heeft. Onthoorning roept algehele matheid op. Ook hun richtingsgevoel wordt meer diffuus. Mijn beelden zijn, dat deze zintuigen in eerste instantie naar buiten toe gericht zijn.

Wanneer ik kijk naar de volwassen koeien die onthoornd worden, maar waar de zenuwen niet ‘uitgeboord’ worden, dan zie ik dat ze lakser worden in bewegen en zich minder kunnen concentreren op hun richting (levert vermoeidheid op) en minder afgestemd zijn. Ook de vergeetachtigheid neemt toe, doordat het herinneringsvermogen (van het ergens op afgestemd zijn) vervalt.

Door het onthoornen is er geen gezond afscheidingssysteem meer tussen de zenuwuiteinden en de omgeving waarin ze verkeren. Daarom zijn deze dieren vaak ook heel lusteloos en niet ‘aanspreekbaar’ en hebben ze de neiging hun hoofd dieper te laten hangen dan dieren die de hoorns nog hebben of in een eerder stadium onthoornd of ontpit zijn. Er ontstaat een soort extra vermoeidheid van het hoofd, als gevolg van de open zenuwmassa die dan nog maar een kleine afdichting heeft. Het voelt geprikkeld en nerveus aan en leidt tot vermoeidheid en een verzwakt gestel. Van nature hoorndragende dieren zijn door het onthoornen een minder lang leven beschoren.

Ingrepen op steeds jongere leeftijd leiden tot een diepe beschadiging van het vertrouwen dat dieren normaal gesproken hebben in hun omgeving. Dit veroorzaakt trauma’s die tot op zielsniveau doorwerken en maakt dat de groepsgeest in hun collectieve samenheid een steeds diepere inetsing van traumata ondervindt die tijdens het aardse leven zelf niet meer te herstellen zijn.

Koeien worden onthoornd om te voorkomen dat ze elkaar verwonden of elkaar op storende wijze benaderen en bejegenen, maar dat is vaak een gevolg van de wijze waarop wij ze huisvesten en met hen omgaan. Onthoornen gebeurt vanuit welzijnsoogpunt, omdat we denken dat ze elkaar dan minder verwonden, maar in feite is het een ernstiger vorm van aantasting van hun welzijn. Economische motieven en belangen spelen de boventoon, want als koeien energetisch minder goed afgestemd kunnen zijn op hun omgeving, levert dat bedrijfseconomische voordelen op. Bij voldoende leefruimte en een omgeving waarin ze onderling op natuurlijke wijze sociaal gedrag kunnen vertonen is het onthoornen geen noodzakelijkheid, maar eerder een kwaad.“

Boerenwijsheid uit de dagelijkse praktijk
De familie Van der Voort van de Remeker kaasboerderij in Lunteren hebben een melkveehouderijbedrijf met ongeveer 100 koeien en een kaasmakerij. Zij kiezen heel bewust voor het niet onthoornen van hun vee. Jan Dirk en Irene van der Voort zeggen daarover: “De hoorns op de koeien spelen een belangrijke rol. Hoorns zijn van binnen hol en staan in verbinding met andere holten in de kop.
Als een koe haar hoorn verliest, dan kun je goed zien dat zich in ongeveer 2/3 van de hoorn levend weefsel bevindt dat doorbloed  is. De hoorn zelf fungeert als voorraadruimte van mineralen. In het  speeksel van de koe zitten enzymen die gebruik maken van het depot van mineralen uit de hoorns. Zo wordt o.a. natriumbicarbonaat gevormd door de enzymen in het speeksel. Koeien hebben dat nodig om de pens te stabiliseren, met name als het voedsel dat ze eten te weinig structuur bevat.
Hoorns van koeien hebben jaarringen. Die ontstaan doordat koeien rond de geboorte van hun kalf mineralen putten uit hun hoorndepot. Als de koeien herkauwen, vindt er via het bloed, dat ook door het weefsel in de hoorns loopt, uitwisseling van mineralen plaats. De hoorns raken dan meer doorbloed en worden warmer.
Wij merken dat de gehoornde dieren beter de wisselingen in het weer en daardoor de wisselende samenstelling van het gras (suikers/eiwit/structuur) kunnen bufferen. De mest is daardoor beter verteerd en ruikt lekker. De hoorns leveren daardoor een belangrijke bijdrage in de toename van gewenste en afname van niet-gewenste bacteriën in de melk. Uiteindelijk is dat terug te proeven in de kaas, die haar geheimen prijsgeeft omdat ze puur is.“

Nog steeds geen verbod op onthoornen
In 2015 heeft de Partij voor de Dieren gepleit voor een verbod op het onthoornen van kalveren, maar de toenmalige staatssecretaris heeft de verantwoordelijkheid bij de sector gelaten. Pijnbestrijding na het onthoornen gebeurt nog immer op basis van vrijwilligheid. Met de sector is afgesproken dat er wordt ingezet op alternatieven, zoals het versneld invoeren van hoornloze dieren en het ontwikkelen van andere houderijsystemen, waardoor onthoornen minder noodzakelijk wordt. Vanuit de waardigheid van het dier is het fokken van hoornloze rassen geen optie. Rest dus het veehouderijsysteem aan te passen.
In 2018 vindt een tussenevaluatie plaats. Laat ieder tijdig zijn of haar verantwoordelijkheid nemen.

Copyright © Marieke de Vrij.

Deel dit!

Deel dit bericht met geïnteresseerden