Melk is lange tijd gepromoot als ‘De Witte Motor’, een essentieel onderdeel van onze voedingsschijf. Maar is melk werkelijk noodzakelijk en zo gezond als vaak gezegd wordt?

Effecten van melkgebruik
Marieke de Vrij: “Zuivel kan een aanvulling zijn op het normale voedselpatroon, mits met mate gebruikt. Voor de gemiddelde volwassen mens is 1 tot hooguit 1,5 deciliter al genoeg als het gaat om melk of een zuiveltoetje. Het is geen noodzakelijk voedingsmiddel en kan gemist worden. Andere producten, zoals groente, amandelen, tempé, vijgen, tahin, hazelnoten, pistachenoten, sinaasappel, zijn een prima alternatief. Daar zitten stoffen in met een vergelijkbare kwaliteit. In het boek ‘Weetjes over (h)eerlijk eten, voeding ons vergeten medicijn’ van Rineke Dijkinga staan vele tips om met minder zuivelconsumptie prima te kunnen functioneren.

Het gebruik van te veel melk maakt de mens pafferig. Bij overdadig gebruik is het alsof de melk stremmend werkt in de constitutie van de mens. Alleen binnen een snelgroeiende constitutie (groeispurten bij kinderen en jongeren) is ruimer melkgebruik geoorloofd. Natuurlijke melk heeft een hoog vetgehalte en het is daarom raadzaam om de melk aan te lengen, zodat deze iets dunner van constitutie wordt.
In het algemeen heeft melk een beschermende functie binnen snelgroeiende processen en verhoogt het ook de weerbaarheid. Bij jonge kinderen kan het gebruik van melk helpen bij het opbouwen van resistentie tegen bepaalde ziekten, zoals griep. Wanneer een jong kind regelmatig gezonde melk drinkt, dus van koeien die natuurlijk leven, kan dat het kind minder gevoelig maken voor virussen. Dat heeft dan een vergelijkbare functie als moedermelk, alleen is de samenstelling anders. Het gebruik van te grote hoeveelheden melk die geen bewerking heeft ondergaan, kan leiden tot vetzucht bij mensen, vooral wanneer bij geringe beweging het lichaam te weinig brandstof verbruikt.

In het geval dat iemand een beweeglijk leven leidt en een diversiteit aan voedingsmiddelen gebruikt, met name ook groene groentes en vruchtensappen, is het gebruik van melk dus (meestal) niet noodzakelijk. Het lichaam gaat dan zelf stoffen aan maken die overeenkomsten vertonen met dat wat door melk in het lichaam teweeggebracht wordt.
Een te grote hoeveelheid melkproducten gebruiken kan het gehoor belemmeren en de slijmvliesstofwisseling te dik doen aanzetten, met klachten van allerlei aard in het long- en luchtpijpgebied. Dat heeft te maken met verslijming. Het kan de gewrichten meer harsig en/of knarsig maken in de motoriek. Met harsiger wordt bedoeld dat de gewrichten voller gespannen en strakker van structuur worden. Met knarsig wordt bedoeld dat de afzonderlijke delen met meer spanning langs elkaar glijden.
Bij een te hoge zuivelverzadiging in het lichaam ontstaat er een ophoping van afvalstoffen binnen het gewone weefsel. Zo kan er in de voeten een verdikking in het huidweefsel ontstaan op de overgang van de tenen naar de wreef. Datzelfde gebeurt ook met het schoudergebied waar bij een oververzadiging aan zuivel in het weefsel nadelige ophopingen kunnen ontstaan. Zure melkproducten zoals karnemelk of yoghurt verteren eenvoudiger.”

Melk-allergieën
Marieke de Vrij: “Het kalf van de koe is veel groter dan een jong kind en moet veel sneller groeien dan mensenkinderen. De afgelopen decennia is het gebruik van melk en zuivelproducten overdadig toegenomen, terwijl bovendien de kwaliteit daarvan minder is geworden. Er zitten tegenwoordig meer bijproducten in de melk van de koe dan vroeger, waaronder een verhoogd hormoongehalte, residuen van bestrijdings- en reinigingsmiddelen en residuen van antibiotica. Deze krijgen de koeien binnen via licht verontreinigd drinkwater of direct via het voer of de huid. Met name jonge kinderen en oudere mensen zijn daar extra gevoelig voor. Bovendien zijn de stoffen in de melk van de koe afgestemd op het kalf en niet op het mensenras. Zonder aanlengen leidt die melk voor mensenkinderen tot een versnelde bot-stofwisseling met een voor mensen onnatuurlijk versnelde groei. Door het gebruik van koemelk vindt ook een iets snellere verhoorning plaats van de voetzolen en de handpalmen. Bij geitenmelk en schapenmelk is dit minder het geval. Melk mengen met vruchten of vruchtensap is geen goede zaak omdat het de stremselvorming in het lichaam verhoogt.
Op het moment dat een mens via melkconsumptie residuen van bovengenoemde stoffen in zijn lichaam krijgt, zelfs al is dat in zeer geringe concentraties, heeft dat een neerdrukkend effect met betrekking tot de vitaliteit. De opslag van geringe hoeveelheden insecticiden in het menselijk lichaam kan bijvoorbeeld aanleiding geven tot spraakstoornissen, vergeetachtigheid of tot tijdelijke kleinere of grotere uitvalsverschijnselen van de hersenen waardoor motorische storingen kunnen ontstaan. Residuen antibiotica verzwakken zelfs in kleine hoeveelheden het afweersysteem. Tevens vindt een afvlakking plaats van de zintuigen die nodig zijn om afweermechanismen op te bouwen.”

Energetische informatieoverdracht via de melk
Als de vrije uitloop van melk niet van harte gaat, leidt dat tot stuwingsproblemen en heeft het ook effect op de melkkwaliteit. Marieke de Vrij: “Wanneer het dier niet van harte zijn melk vrijgeeft, wat in wezen het zog is van dit dier en bedoeld is voor haar kalf, werkt dit energetisch door bij mensen die daar gevoelsmatig op reageren ondanks dat deze werking uiteraard slechts heel miniem en subtiel in de melk is meegegeven. Melkintolerantie wordt mede veroorzaakt door het niet van harte vrijgeven van de melk.
Een koe die geen kalf hoeft te voeden, heeft een natuurlijke remming op de melkproductie. Maar doordat we de biologische klok van het dier aangetast hebben, blijven koeien ook na de scheiding van het kalf melk produceren. Koeien hebben best wel een offerbereidheid naar de mens om melk te blijven geven, maar de hoge productie die wij vragen maakt het geven hiervan dier-on-eigen.
De psychische benardheid waaraan een koe zich steeds weer moet overleveren en dat uiteindelijk stoïcijns ook doet, die gevoelsbeleving ligt ook in het product melk. Die veroorzaakt dat de melkvitaliteit in hoogwaardigheid afneemt omdat er via de zuivel geen positief ‘energieveld’ wordt doorgegeven. Er ligt geen ‘blijgevoeligheid’ in die zuivel opgeslagen, geen ‘zijnskwaliteit van wezen met wat is’, maar wel die van trauma. Het is net zoals bij een mens waar je aan zijn bloedspiegel kan zien dat die zich ongelukkig voelt of vermoeid, of dat het leven even niet meezit. Daardoor zie je een verandering in het bloed ontstaan. Het is ook vergelijkbaar met een stressvolle moeder die haar baby zog geeft en daarmee gelijktijdig haar onrust op haar kind overbrengt. Via het zog wordt niet alleen melk met voedingselementen doorgegeven, maar gelijktijdig ook de psychische spanning van de moeder.
Al eerder is vrijgegeven ten aanzien van moedermelk van vrouwen dat in borstvoeding ook psychologische informatie vanuit de vrouwelijke lijn energetisch wordt doorgegeven. Dus als een vrouw haar kind zog geeft komt een deel van haar familiegeschiedenis vanuit de vrouwelijke lijn via het zog energetisch bij haar kinderen terecht. En dat houdt dus ook in dat als kinderen geen zog van de moeder krijgen maar uit poedermelk, dat dan de geschiedenislijn minder goed energetisch doorgegeven kan worden. Bij koeien en kalveren zal dat vermoedelijk precies hetzelfde werken. Naarmate koeien in de loop van hun geschiedenis steeds meer getraumatiseerd raken en de melk die de koe aflevert een veel mindere positievere geschiedenis kent, zal diegene die de melk drinkt daarmee ook iets van die geschiedenis meenemen in zijn eigen lichaam.
Innerlijk in dankbaarheid de melk aanvaarden als een bewuste toenadering tot het dier die dit gegeven heeft, is voor koeien ondersteunend voor het veld als geheel”.

Bron: © Marieke de Vrij, bewerking Wim van Oort

Deel dit!

Deel dit bericht met geïnteresseerden